Roodkapje was een jong meisje in de grote stad. Ze had van haar Oma een rood hoofddoekje gehad wat ze altijd droeg, waar ze ook heen ging. Daarom werd ze roodkapje genoemd.

Op een dag zei haar moeder ‘Roodkapje, je Oma is net gevallen in haar aanleunwoning terwijl ze haar nieuwe skeelers uitprobeerde maar ik moet naar mijn werk, kan jij even gaan kijken. Neem de GSM maar mee’ Roodkapje had helemaal geen zin, waarom kon Oma nou niet gewoon een cursus punikken volgen! Maar moeder beloofde haar een nieuwe walkman dus ging Roodkapje toch maar op pad. ‘Ow’ zei moeder nog ‘niet uit de tram stappen voor je bij de goede halte bent he! Straks wordt de GSM nog gejat.’

Jonge meisjes zijn eigenwijs en de tram wilde maar niet komen. Dus besloot Roodkapje even verderop de metro te pakken. Zo gezegd zo gedaan. Op het station kwam er een aardige mijnheer aan. Een beetje ziellig ook, hij had verrotte tanden en was erg mager en had hele grote pupillen. Ze maakten een praatje en de mijnheer vroeg wat ze ging doen. Ze legde uit van het skeeleren en de gsm en dat moeders twaalf uur per dag werkte.

De mijnheer dacht ‘hee, die GSM kan ik wel mooi verpatsen! Maar Oma heeft hele dure skeelers, die wil ook wel!’ De mijnheer bleef even met Roodkapje kletsen. Vlak voor de metro kwam zei hij, ‘daar is een hele leuke coffeeshop met een knappe jongen achter de bar, waarom ga je daar niet even een jointje roken? Oma komt toch niet ver’ ‘Dat is waar’ dacht Roodkapje, dus stapte ze niet in de metro maar ging naar de coffeeshop.

De mijnheer stapte wel snel in de metro en ging vliegensvlug naar Oma. Hij klopte aan en Oma kreunde, ‘wie is daar?’ ‘Uw kleindochter Oma’, riep de mijnheer met een hoog stemmetje. Oma was d’r gehoorapparaat ffies kwijt en riep daarom ‘kom maar binnen, de deur is open’.

De mijnheer rende naar binnen, greep Oma en bond haar vast alvorens haar in de badcel op te sluiten. Vervolgens trok hij snel de kleren en skelers van Oma aan en wachte op Roodkapje.

Roodkapje kwam een kwartier later (de knappe jongen bleek een vieze vent van 63 te zijn) en zo stoned als een aap aan. Daardoor zag ze niet meteen dat Oma Oma niet was. Roodkapje ging zitten. Ze vroeg ‘Oma, wat hebt u grote oren?’ ‘Dat is omdat mijn gehoorapparaat dan beter blijft zitten mijn kind’ ‘Maar Oma, wat heeft u kolenschoppen van handen?’ ‘Dat is om die verpakkingen van tegenwoordig beter open te kunnen maken mijn kind’ ‘Maar Oma, wat heeft u een verrot gebit?’ ‘Dat is omdat Oma het ziekenfonds niet kan betalen kindje’

Toen had de mijnheer er wel genoeg van, griste de GSM uit Roodkapjes handen, graaide de skeelers bij elkaar en rende de deur uit. Maar wat een pech, daar kwam net het Roze Bejaarden Front aan, op weg naar Oma om haar mee te nemen naar een demonstratie skeeleren. Die zagen meteen dat het Oma niet was!! Hij probeerde zich nog uit te geven voor dragqueen maar tasjes met strijkijzers vlogen al door de lucht en voor mijnheer het wist was hij geveld. De buurtagent werd gebeld en was binnen vijf minuten ter plekke (hee, dit is een sprookje!!) en sloeg de mijnheer in de boeien. De bejaarden bevrijden Oma en gaven Roodkapje net zoveel suiker tot ze weer nuchter was. Oma bleek zich alleen aangesteld te hebben om haar dochter eens te zien te krijgen, nou ja dat was niet zo goed gelukt. Maar al die visite deed ook goed en ze besloten met zijn allen te gaan Risken.

Zo eindigde het toch maar goed allemaal. En Roodkapje…die blowde alleen nog maar als haar huiswerk al af was.