De dierenarts vroeg nog “kunt u haar een beetje makkelijk pilletjes geven?” “Mwoah, in de houtgreep lukt dat prima” antwoorde ik optimistisch. Wist ik veel dat poes voor zeven dagen zeven pillen per dag mee zou krijgen!
Afgelopen zondag was het weer zover, poes ging elke vijf minuten pogingen tot plassen doen op elk plekje wat ze kon vinden. Ze blijkt een genetische aanleg tot ‘problemen in de lage urinewegen’ te hebben en deze keer kon het gehouden dieet er niet tegenop. Dus krantjes en bakken snippers door het huis verspreid en dezelfde dag op naar de dierenarts. Een voordeel, op zondag zit er letterlijk bijna geen hond in de wachtkamer. Aan de andere kant wordt daar dan ook wel een dik weekendtarief voor betaald. Na het gebruikelijke ‘weet je wel zeker dat het een vrouwtje is?’ (ze heeft het uiterlijk van een enorme texelse kater waar elke dierenarts zich over moet verbazen, maar ik weet toch zeker wel van welk geslacht mijn huisdieren zijn!) kreeg ze twee injecties en stapels pillen mee.
De pillen moeten ‘bij voorkeur met een likje boter’ gegeven worden. De eerste keer vond ze dat nog wel leuk. De tweede maal werd het iets minder maar het likje boter na als beloning werd nog lichtjes gewaardeerd. Net de derde keer koste het sowieso vier pogingen om de pil naar binnen te krijgen (en de capsule moet heel naar binnen en met al dat geknauw en gespuug was dat nog niet makkelijk). De boter zat aan mijn vingers, aan de stoel, op mijn trui, in mijn haar, op mijn neus en in haar vacht maar niet in haar bek. Ook als beloning na werd het niet meer op prijs gesteld, een stel krassen op mijn arm en een opgetrokken neus viel me ten deel.
Tja, ik zou het ook niet kunnen waarderen als ik elke avond in de houtgreep genomen, mijn anti-conceptiepil verpakt in boter zonder de bijbehorende boterham en beleg door mijn strot geduwd zou krijgen.
Leave a Reply