In Nederland heerst een hardnekkig negatief beeld over de WAO. Dit blijkt niet geheel terecht. De zin en de onzin over de WAO, een deel uit een artikel uit het NRC:
Nederland telt bijna een miljoen WAO’ers
De uitkeringsinstantie UWV verstrekte vorig jaar inderdaad 992.996
arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aan 979.400 personen (een persoon kan meer uitkeringen hebben). Maar van die uitkeringen werden er 134.351 verstrekt aan meestal ernstig gehandicapten die nooit hebben gewerkt (de zogeheten Wajong-uitkeringen). Deze gehandicapten krijgen in omringende landen vaak niet een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Zo zijn zij in België bijvoorbeeld aangewezen op de bijstand. Daarnaast krijgen 56.177 mensen een WAZ-uitkering, de arbeidsongeschiktheidsregeling die bestaat voor zelfstandigen. Het aantal WAO-uitkeringen voor voormalige werknemers lag op 802.486. Daarvan worden 26.300 uitkeringen niet uitbetaald; zij hebben een nuluitkering omdat ze te veel verdienen. Zij houden wel recht op een WAO-uitkering omdat de mogelijkheid bestaat dat ze in inkomen terugvallen.
Internationaal gezien telt Nederland nog steeds veel WAO’ers
Dat lijkt in elk geval zo, maar recente cijfers hierover zijn er niet. Volgens cijfers uit 1999 had 13 procent van de Nederlandse beroepsbevolking een arbeidsongeschikheidsuitkering. Méér dan in Zweden (11,3 procent) en Frankrijk (10,2 procent) en véél meer dan in België (6,8 procent) en Duitsland (7,5 procent). In het algemeen verschillen de sociale zekerheidsstelsels onderling enorm, zodat wie in Nederland een WW-uitkering zou krijgen in België wellicht in de bijstand zou belanden. Als je bijvoorbeeld de gehandicapten met een Wajong niet meetelt, is het aantal Nederlandse WAO’ers nog ‘maar’ 10,4 procent. Als je de WAO, de WW en bijstand bij elkaar neemt, heeft in Nederland iets meer dan 20 procent een uitkering, iets meer dan in Zweden maar mínder dan in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Denemarken, Duitsland en vooral België (variërend van 24 tot zeker 30 procent).En kijk je naar hoeveel mensen aan het werk zijn, dan telt alleen Denemarken meer werkenden. Met de verhouding
inactieven/actieven doet Nederland het niet slecht. In de categorie 15 tot en met 64 jaar stonden in 1999 in Nederland tegen honderd werkenden er 31 met een uitkering. In Belgie was dit getal 55, in Frankrijk 48 en Duitsland en Frankrijk 40.
De WAO herbergt veel mensen die eigenlijk in de WW of bijstand horen. In de WAO is dus sprake van verborgen werkloosheid.
Daar is geen bewijs voor. Voor het tegendeel zijn wel aanwijzingen. Zo zijn mensen in de WAO aanzienlijk minder gezond dan langdurig werklozen. Dat blijkt uit medisch onderzoek dat is gedaan in de jaren tachtig, toen bij grootscheepse saneringen veel werknemers in de WAO zijn beland.
Het aantal WAO’ers blijft maar groeien
Het aantal nieuwe WAO-uitkeringen was vorig jaar 92.400, aanzienlijk lager dan in 2001 (104.100). Dat het totaal aantal WAO’ers toch toenam kwam doordat het aantal mensen dat de WAO heeft verlaten (82.000) nog geringer is dan het aantal nieuwkomers. Overigens lag in december 2002 het totaal aantal WAO-uitkeringen een fractie lager lag dan in de maand ervoor. In juli van 2002 daalde het aantal WAO’ers ook al licht, met 322 mensen. Die afname was voor het eerst sinds 1996. Ook als je de Wajongers en WAZ’ers meetelt, zal het miljoen de komende jaren niet worden gehaald, voorspelde UWV-directeur Joustra in januari bij zijn nieuwjaarstoespraak.
Het aantal WAO’ers is de afgelopen jaren bovendien minder snel toegenomen dan de beroepsbevolking als geheel. Zat in 1984 meer dan 12 procent van de beroepsbevolking in de WAO, nu is dat ruim 10 procent. De kosten van de WAO als percentage van het bruto binnenlands product zijn sinds het hoogtepunt in 1982 (3,88) alleen maar gedaald. De WAO-uitgaven lagen in 2001 op 2,15 procent van het bbp, lager dan in 1976 (2,6 procent) en bijna net zo laag als in 1974.
Wie ziek wordt komt op een glijbaan naar de WAO
De ziektewet is geen glijbaan. Na een week verzuim heeft 65 procent van de zieke werknemers het werk hervat, na twee weken 80 procent, na zes weken 90 procent, na 13 weken 95 procent. Daarna wordt het voor de groep die dan nog niet aan het werk is gegaan, wel oppassen. Circa de helft zal van die groep in de WAO belanden. Algemeen wordt erkend dat wie langer thuiszit moeilijker weer aan de slag komt.
Eenmaal in de WAO dan blijf je in de WAO
Inderdaad zit een kwart van de WAO’ers al 15 jaar of langer in de WAO. Maar dat wil niet zeggen dat er helemaal geen dynamiek is. Van de personen die in 1998 in de WAO belandden is 40 procent 2,5 jaar later weer aan het werk gegaan. Een grote groep mensen die dus al in de WAO zit, lukt het wel om er uit te komen.
Leave a Reply