Zatermiddag bij het uitlaten van den hond kwamen we langs een dagopvang voor gehandicapten. Voor het betreffende gebouw staat een fietsenhok. Zo een met brede latten waar je tussendoor kan gluren, golfplaten dak en een kier tussen de stoep en het hok. En altijd licht aan, tegen dieven denk ik (of het moet uit leutige energieverspilling zijn, dat kan natuurlijk ook). Anyhoe, terwijl wij dus langs dat hok banjerden horen we een hoop geboem afgewisseld met wat geklapper. Nieuwsgierig als we zijn, gingen we natuurlijk door de spleetjes gluren wat daar te zien was et voila, er zat een duif opgesloten! Ik weet niet hoe slim gemiddelde duiven zijn maar van deze was snel duidelijk dat hij niet zou gaan bedenken dat hij benedenlangs er weer uit zou kunnen komen. In paniek fladderde het arme beestje een eind weg tot de volgende botsing met de muur.

Enfin, dat vonden wij natuurlijk ziellig dus zijn we gaan aanbellen bij de dagopvang (voor gehandicapen dus). Maar zoals gezegd ging het om een dagopvang en dus weekenden gesloten. Geen bord of huisnummer te bekennen en tja, ik kan zo’n beesje niet het hele weekend in zo’n rothok laten zitten. Wel hingen er twee beveilingsmaatschappij-stickers met verschillende telefoonnummers. Opgepent hup naar huis om die dan maar te bellen.

De eerste nam niemand op, er ging zelfs nog geen bandje af! Fijne beveiliging is dat. De tweede nam wel op maar wisten bijgod niet wat ze ermee moesten. En na enig geharrewar over straatnamen en omgevings gebouwen (‘weet u dan echt het huisnummer niet?’ ‘Nee, het staat er echt waar niet op’) bleek dat dat gebouw helemaal niet beveiligd werd door hun. Wel kreeg ik de tip de dierenambulance te bellen. Slim!

Snel telefoongids gepakt, de mooie nieuwe geel-met-witte-gids. Dierenambulance en met koeienletters erbij ’24 uur per dag bereikbaar!!’ Mooi, ikke bellen. Bandje: “De dierenambulance is op werkdagen bereikbaar van 11:00 tot 17:00. So much voor bereikbaarheid?? Maar geen nood, euh..in noodgevallen kan de plaatselijke politie gebeld worden. Dan doen we dat toch! Maar de politiemevrouw wist het eigenlijk ook niet en tja, dan hield het wel op.

CiNNeR zou CiNNeR niet zijn als ze een ziellig beestje in de kou liet zitten, dus bepakt en bezakt met doos, appelmoespotje plus dekseltje met water en drie boterhammen ben ik terug gegaan naar het hok. (Mijn vriendje vond het nu wel aan de overdreven kant maar goed). En toen wist ik het .. (nee, ik word geeeeen conducteur!). Als ik nu een spoor van brood van binnen naar buiten leg. Vogeltje smikkelen en smakkelen en hee, ziet ineens als klein duimpje een uitweg. Is het slim of is het geniaal!? Zo gezegd zo gedaan, water ernaast en roepen en tjilpen maar. Dat vogeltje keek echter wel beter uit zolang dat enge mens met ‘r appelmoespotje daar bleef staan natuurlijk!

Om een lang verhaal nog langer te maken, uiteindelijk ben ik weggegaan in de hoop dat het plannetje zou werken. Toen we een uur later – wederom met hond – langs liepen was de vogel inderdaad gevlogen!! Ikke blij en goede daad verricht.

Ik langdradig? Hoe kom je daaaaaaar nu toch bij!!! 😉