Bij de viskar. Even wachten want er staat een bejaarde die van alles wil hebben en weten. Tegelijk met mij een mijnheer met kindje en een ongeduldige blik. De kibbeling is in de aanbieding dus ik heb wel wat geduld. Ineens zie ik dat er helemaal geen kibbeling in het zicht ligt. Om niet nodeloos te wachten en later bot te vangen vraag ik “is er nog wel kibbeling?”. De visboer knikt en legt uit dat hij ze vers bakt per bestelling. Meteen vraagt hij vriendelijk hoeveel ik straks wil hebben, dan kan hij vast gaan bakken.
De mijnheer met kind roept sjacherijnig dat hij ook kibbeling wil en of de visboer wel meteen twee schollen wil bakken. Terwijl hij naar de lucht boven mijn hoofd staart komt er nog achteraan “IK wacht normaal wel netjes tot ik aan de beurt ben”. Vrolijk zeg ik nog ‘ik vroeg het alleen maar omdat ik anders niets nodig heb en dan sta ik maar te wachten he’ De bejaarde begrijpt er alles van, de mijnheer wordt zo opgeslokt door zijn sjachernijnigheid dat hij het niet hoort. Als de kibbeling klaar is geeft de visboer me uitdrukkelijk voorrang met afrekenen. De mijnheer kan me duidelijk wel schieten maar durft niets meer te zeggen.
Leave a Reply