Mijn vader filosofeerde vaker over zelfdoding en verschillende methoden om uit het leven te kunnen stappen. Van vrijwel elke methode wist hij alle mogelijkheden en onmogelijkheden. Dat klinkt depressief, luguber en zwaar op de hand maar zo was het eigenlijk nooit. Als hij erover sprak was het als een gesprek over een gebeurtenis op het werk of een voorval in de supermarkt. Vrolijk, met de nodige kwinkslagen. Theoretisch. Een interessant gespreksonderwerp voor een doordeweekse avond.
Tot hij me ergens in 2008 belde. Opgewekt, enthousiast en bijna opgewonden. Hij had een weinig bekend boekje gevonden. Een praktisch boekje. Elke methode van zelfdoding was er in opgenomen. Met uitleg over de juiste aanpak, de mogelijke problemen, de duur, de kans van slagen, wat de consequenties konden zijn als het mis ging. En er was nog iets wat dit boekje in zijn ogen heel bijzonder maakte, een methode die in geen ander boek en op geen enkele website zo goed beschreven stond als hierin. Een oeroude methode, veel gebruikt ten tijde van de Griekse oudheid maar tegenwoordig weinig bekend of gebruikt. Vol lof legde hij de methode aan me uit. Je moest niet alleen de polsen, maar ook een deel van de keel doorsnijden. Als iemand echt dood wilde en de moed had dit te doen, had deze methode alleen maar voordelen. Indien de messen vlijm- en vlijmscherp zijn, is het snijden relatief pijnloos. Door het snelle en grote bloedverlies, raakt iemand binnen dertig seconden in een fijne, prettige roes. De dood treedt daarna razendsnel in, binnen enkele minuten. Helemaal enthousiast was hij over de effectiviteit van deze methode. “Al rennen er op dat moment tien mensen tegelijk binnen, dan nog kan niemand meer ingrijpen”. Succes verzekerd.
Misschien kwam het omdat hij zijn leven lang al een fascinatie had voor messen en zwaarden. Of omdat hij eerder twee samoeraizwaarden van de muur had gehaald en weggedaan, om niet in de verleiding te komen ‘iets te doen’ op een donker, moeilijk moment. Wellicht was het omdat hij zijn levenlang al zijn keuken- en zakmessen toch al absurd scherp hield en ik dat altijd al griezelig vond. Of misschien zat het gewoon in zijn toon en de manier van vertellen, bijna voorbereid en trachtend me over te halen net zo enthousiast te worden als hij. In elk geval was dit de eerste keer dat ik er niet goed tegen kon. Dat ik bevangen werd door een vage, nare onrust. Eigenlijk wilde ik het niet horen. Eigenlijk wilde ik hier niet meer over praten. En vooral wilde ik niet dat hij zo vrolijk erover was. Ik wilde een enorm nadeel benoemen zodat zijn enthousiasme zou vervagen en de kennis over deze methode in vergetelheid zou kunnen verdwijnen. Het enige wat ik kon bedenken was dat iemand die zelfdoding pleegt, gevonden moet worden. Zei tegen hem dat het voor de nabestaande die dat moest zien, toch afschuwelijk moest zijn. Maakte dat het dan geen rotmethode? Hij was het wel met me eens dat het vinden een nare aangelegenheid zou zijn. Maar was dat niet altijd zo? In elk geval werden er op deze manier geen lukraak vreemden bij betrokken, zoals het springen van een flat of voor de trein doet. En dat zag er pas verschrikkelijk uit.
Ik moest nageven dat daar een kern van waarheid in zat. Mijn poging om het onderwerp van tafel te krijgen, was dan ook grondig mislukt. Sterker, leek het bijna alsof mijn tegenwerping zijn vuur alleen maar meer aangewakkerd had. Een opening had geboden om zichzelf in het verhaal te mengen. Hij filosofeerde hoe zoiets zou zijn, alsof hij het betreurde deze fascinerende daad niet uit te kunnen proberen zolang hij nog wilde leven. Boog zich over details in de uitvoering. Langzaamaan ging het niet meer over dat kloterige rotboekje maar over hem zelf. En terwijl de koude rillingen over mijn ruggengraat liepen, kon ik alleen nog fluisteren:“Dát ga je me toch nooit aan doen lieverd? Zeg asjeblieft dat je me dat nooit aan zal doen… ”
Die verschrikkelijke nacht in zijn huis, toen duidelijk werd dat er bloed was, dat er messen op tafel lagen, viel dit gesprek als een baksteen mijn herinnering terug binnen. Hoorde ik zijn stem in mijn hoofd, enthousiast en vrolijk over de genoemde methode. En pas toen realiseerde ik me dat hij eigenlijk geen antwoord had gegeven op mijn vraag. Dat hij er zorgvuldig niet op in gegaan was. En ik me – waarschijnlijk door wishfull thinking – af had laten schepen met de lieve, geruststellende woorden. “Och kleintje, daar hoef je toch niet van te schrikken. Dat is nu toch nog niet aan de orde, ik doe momenteel alles om in leven te blijven.”
Dit is het enige wat ik lange tijd niet heb begrepen. Waar ik boos over geweest ben. Woedend zelfs. Waarom moest hij nu precies voor die ene methode kiezen, waarvan ik had gevraagd dát niet te doen?
Pas toen ik dit op schreef, realiseerde ik me dat ik in feite niet boos ben op hem. Ik ben boos op anderen. Anderen die met deze methode niet om hebben kunnen gaan en dat nog steeds niet kunnen. Ik ben kwaad op de mensen die deden alsof deze methode ‘erger’ is dan welke andere methode van zelfdoding ook. Op de mensen die over elke zelfdoding konden praten en dat ook deden, behalve deze van mijn vader. Zij gaven me het gevoel dat mijn vader een monsterlijke daad had verricht met zijn beslissing op deze manier uit het leven te stappen. Ik daarmee rechtens en verplicht een leven lang ongeloof, onbegrip en weerstand had geërfd. En overschaduwden wat mijn vader voor me heeft willen doen. Want eigenlijk heeft mijn vader me vertelt dat dit geen opwelling was, geen noodgreep of daad van pure wanhoop. Heeft hij me laten weten dat hij uit het leven is gestapt op de manier die hij het prettigst vond. En daarmee het afschuwelijke ‘waarom’ waar zoveel nabestaanden ontzettend mee worstelen, voor me weggenomen.
Daan
Heb er zelf geen directe ervaring mee, maar de manier waarop lijkt mij niet heel veel uitmaken, het feit dat het is gebeurd heeft al zoveel impact op iedereen in de naaste omgeving. Je vader lijkt je in ieder geval al goed voorbereid te hebben, bewust of onbewust, door er tevoren al zo openlijk over te praten.
Had je vader die zwaarden enkel aan de muur hangen of beoefende hij ook een budo sport? Heb zelf een redelijke aversie tegen alles wat scherp is, glas, messen, zwaarden, toch oefen ik wekelijks met een zwaard(nochthans niet scherp).
CiNNeR
@Daan: Ja, we hebben wel veel over het onderwerp kunnen praten en in die zin was ik er op voorbereid. Al verdwijnt dat in het niets op het moment dat het daadwerkelijk gebeurd is.
Mijn vader had de zwaarden puur voor sier aan de muur hangen. De fascinatie ging uit naar zwaarden en messen, niet zozeer naar sporten waar zwaarden gebruikt worden.
Wolf
Die laatste alinea, daarin zeg je echt heel belangrijke dingen. Niet dat jouw schok en pijn daar minder zwaar van wordt. Maar misschien wel de verwerking. Geen ellendig, pijnlijk, slopend einde. Geen angst en verdriet om wat hij in zijn laatste momenten heeft doorgemaakt. Geen totale ontluistering. En geen ‘opwelling’, maar een lang voorbereide, weloverwogen keuze.
Hoe het ook gebeurt, het vinden van een overleden dierbare is verschrikkelijk.
Bij zelfdoding komen er dan ook nog zoveel vragen en extra gevoelens bij.
Je vader hield van je. Zoveel is mij in ieder geval duidelijk.
CiNNeR
@Wolf: dankjewel voor je lieve woorden.
Frans54
En daar zit ik dan, net terug van vakantie en dan deze serie posten. Aan de ene kant niet wetend wat ik er mee aan moet anders dan begrijpen en begrip hebben, anderzijds toch met iets van een opgelucht gevoel dat kennelijk iemand je precies het juiste zetje heeft kunnen geven om echt te gaan verwerken en werk te maken van dat gelukkiger willen worden. Ik zal duimen dat het vanaf nu allemaal wat duidelijker en makkelijker (let op: makkelijker, niet makkelijk, want dat zal het wel nooit helemaal worden) wordt en je snel wat stukjes geluk weet op te pakken.
CiNNeR
@Frans54: Lief dat je nog reageert. En geloof wel dat het iets makkelijker aan het worden is.
Jaco
Ik heb het al eerder gezegd: je vader had jou in zijn gedachten toen hij vertrok uit het leven. Hij zal je ook met spijt en verdriet hebben moeten achterlaten, maar uit al jouw woorden blijkt maar al te goed dat het voor hem geen optie was te blijven, niet alleen om jou. Was hij gebleven dan had hij niet ‘kunnen leven’ met het gewicht dat zijn geestestoestand in toenemende mate op jou zou drukken. Óf hij had zijn zwaarmoedigheid voor je moeten verstoppen en daarmee onwaar naar je moeten zijn, óf hij had je moeten laten lijden om zijn lijden, een Scylla en Charibdis. Ik vermoed dat hij uiteindelijk heeft gekozen voor zijn bevrijding en de wetenschap dat jij de kracht en de moed bezat om om te gaan met zijn keuze en er, na een tijd, een extreem moeilijke tijd, vrede mee te hebben.
Wat anderen erover denken zal je volledig moeten leren loslaten, en dat is misschien wel de moeilijkste stap, want je moet daarmee stukken loslaten die jou in zekere zin nog aan je vader binden, namelijk de mensen die hem kenden. Zij kenden hem niet zoals jij dat deed, en het enige wat zij doen is proberen hun leven een beetje mooier te maken, door hem en zijn keuzes (een beetje) lelijker te maken. Menselijke zwakheden, die iedereen in zich heeft, maar voor jou geen reden om niet juist kracht te vinden in het feit dat je vader keuzes heeft gemaakt die de zijne zijn, en niemand anders, en zichzelf heeft gedood in de wetenschap en de trots en het vertrouwen dat jij je eigen keuzes zal maken.
Heel veel sterkte met je proces, het klinkt alsof je hierin op een prima weg zit!
CiNNeR
@Jaco: Hij heeft de keuze vooral gemaakt omdat hij zeer ernstig ziek was en de complicaties zich opstapelden. De laatste zes dagen voor zijn dood heeft hij geen voedsel en met moeite wat vloeistoffen binnen kunnen houden. Een levende geest in een stervend lichaam. De maandag er op zou hij opgenomen worden in het ziekenhuis maar wist hij ook dat de kans dat ze hem zouden kunnen helpen om weer voedsel binnen te kunnen krijgen erg klein was. We zijn vrij zeker dat hij er niet heen heeft willen gaan omdat hij dan niet meer zelf zou kunnen beslissen over zijn leven en dood, iets wat hem verschrikkelijk leek. Was hij niet uit het leven gestapt, was hij hoogstwaarschijnlijk enkele maanden later pijnlijk en naar overleden in een ziekenhuiskamer. Zoals mijn moeder zeven jaar daarvoor moest overlijden. Dat wilde hij zichzelf maar ook mij niet aan doen.
De mensen waar ik aan refereer, kenden hem zelfs helemaal niet. De meesten waren de ‘hulpverleners’ die er massaal niet waren en niet kwamen en anderen die mijn vader hooguit kenden uit mijn verhalen.
Hoe dan ook heb je gelijk, ik zal de gedachten van anderen los moeten laten. Het zijn in feite niet de mijne en zeker niet die van mijn vader. Dit schrijven hielp een stukje mee het los te kunnen laten.