“Je rationele deel is over-ontwikkeld, jouw emotionele kant is compleet achtergebleven. Daarbij heb je boven gemiddeld empathie voor ieder ander, alleen bezit je geen enkele empathie voor jouzelf.”
Tja, daar zat ik dan met mijn goede gedrag en een bek vol tanden. Want wat zegt dit nou eigenlijk? Ik heb heus wel emoties al zit ik beter in mijn gedachten. En ik zou toch wel empathie voor mezelf hebben, wie heeft dat nou niet? Hoewel het erg raak voelde, had ik gewoon geen idee wat ik hier mee aan moest. Ik ging er maar eens lang en hard over nadenken.
Een maand later stuurde mijn behandelaar een lijst op met ‘emoties’ en ‘pseudo emoties’. Gewoon, om eens naar te kijken. Ik las de lijst zorgvuldig door en schrok. Herkende ik pseudo emoties te over, bleek mijn woordenschat wat betreft werkelijke emoties zeer beperkt te zijn. Niet dat ik de woorden niet herkende, het waren alleen woorden waarvan ik de meeste nooit zou gebruiken om wat dan ook in mijzelf te omschrijven. Hoe vaak ik ze ook door nam en erover nadacht, het bleven platte woorden zonder voelbare betekenis.
Vol gedachten die niets opleverden en nog steeds niet wetende wat ik er mee aan moest, besprak ik het enkele weken later in de nieuwe praktijk waar ik inmiddels naartoe was verwezen. Daar werd het me iets meer duidelijk. Het is niet dat ik die emoties niet heb, ik heb alleen nooit geleerd ze te herkennen in mijzelf. Aangezien ik wel sterk emoties herken in anderen, kon ik daar wel iets mee. Kwestie van eens goed analyseren wat verschillende emoties inhouden, toepassen op mijzelf en dan zou ik die achterstand in ontwikkeling vast wel snel hebben weg gewerkt. Althans, dat dacht ik.
In februari kreeg ik eindelijk de behandelaar die landurig met me aan de slag zal gaan. Tegen het eind van het eerste gesprek gaf hij me aan elke sessie af te sluiten met de vraag “wat heb je gevoeld dit afgelopen uur, beschrijf je emoties eens”.
– stilte –
Shit, het was geen aankondiging voor later. Hij zat te wachten op een antwoord. Meteen, direct, kom er maar in! Ik moest iets zeggen. Nu! Maar wat? Wat was het antwoord op deze vraag?
Bij alles wat ik wilde zeggen, realiseerde ik me dat ik gedachten wilde gaan beschrijven. Geen emoties. Geen gevoelens. Alleen gedachten. Raadsels eigenlijk. Ik omschrijf wat me is overkomen en de ander kan/mag/moet mijn gevoelens erbij raden. Iets waarmee ik goed weg kom als het om schrijven gaat. Immers als er alleen tekst is, kan de lezer niet anders dan emoties destilleren uit woorden. Ik zag wel dat mijn behandelaar me daar niet mee weg zou laten komen.
Van hem wegkijkend mompelde ik ‘’wantrouwen”. Voor ik me hevig kon verontschuldigen voor zo’n naar gevoel met impliciet een vervelende gedachte over hem, riep mijn behandelaar enthousiast dat het een goed begin was. Met rode stift schreef hij in grote rode letters op een spierwit bord zodat het woord door de kamer galmde. Mijn hart bonkte in mijn keel, ik kon mijn bloed horen ruizen in mijn oren en de kamer leek scheef te staan. “Noem er nog eens twee” hoorde ik hem zeggen, alsof het om iets simpels als een boodschappenlijstje ging. Het ging niet, echt niet. Ik kon alleen nog maar huilen.
Het gaf een verhelderend inzicht waar u misschien een beetje om moet lachen: Emotioneel ontwikkelen gaat nooit lukken door te lezen, te analyseren en na te denken. Het gaat alleen lukken door te voelen. Ik vond het verbijsterend dat ik dat niet eerder had bedacht. Er volgde een tweede en nog meer confronterend inzicht. Blijkbaar kan ik dat voelen niet al te best en wil ik het bewust en onbewust ook helemaal niet.
Langzaam ben ik nu aan het leren waarom ik het niet kan. En aan het voelen waarom ik het niet wil. Voorzichtige eerste stapjes op een vermoedelijk zeer lange, zware weg. Een berg op. Met lood in mijn schoenen. Ik kan u nog niet omschrijven hoe dat werkelijk voelt.