Onder het mom ‘als je er op spuugt en over zanikt, dan ook maar even kijken’, heb ik me afgelopen donderdag door de eerste aflevering van het programma ‘FF geen cent te makken‘ geworsteld. Volgens Natasja Froger zou de scepticus er dan een stuk positiever tegen aan kijken maar eh .. nee. Het was eerder nog erger dan ik me al had voorgesteld.
Buiten de standaard onnozelheid als “Wat zal het afzien zijn, een maand geen sushi” en het denigrerende element door stupide constateringen als “Goh, het huis ziet er eigenlijk heel netjes uit” (hadden ze poep op de muren verwacht?), heb ik me vooral gestoord aan een soort imbeciele positiviteit die zij menen aan te moeten brengen. Het idee is om te laten zien hoe moeilijk het is op bijstand te moeten leven en hoe absurd dat een welvarend land als dit voedselbanken nodig heeft. Maar de focus ligt op elk lichtpuntje wat de Frogers maar menen te zien. Zo zijn zij en dus wij te gast bij een vader met drie kinderen in een klein huis met één slaapkamer waar drie kinderen opgestapeld liggen en zegt Natasja prompt ‘dat het toch fijn is dat ze zo’n grote tuin hebben want dan heb je toch veel extra ruimte’. Alle moeilijkheden en problemen die de man wil overbengen worden op de weg terug naar huis onmiddelijk uit het raam gegooid en vervangen door “Zo zie je maar dat geld niet gelukkig maakt” en “Zonder geld kun je dus waanzinnig gelukkig zijn”, omdat de man inmiddels een lieve vriendin heeft. De voedselbank wordt gepresenteerd alsof ze een promofilmpje voor het CWI aan het schieten zijn en een voice over vertelt ook nog dol enthousiast dat er geen enkele subsidie aan te pas komt. Hoera, de overheid steekt geen vinger uit?
En zo blijft het allemaal zó verschrikkelijk leuk. Zó positief, zo’n mooie ervaring. Zo gezellig in de kringloopwinkel, aangenaam op de voedselbank en zo goed te doen zonder geld. Vooral Natasja ziet het helemaal zitten.
Toegegeven, het is mooi om positiviteit in het leven te vinden. Maar niet raar opkijken als de politiek hier vooral van leert dat het een feestje is om op of onder de armoedegrens te leven…