Tag: Hulpverlening

Dit (trauma) wil ik achterlaten

De mensen die bekend zijn met mij of dit weblog, weten dat ik na langdurig trauma een complexe post traumatische stress stoornis heb opgelopen. Inmiddels ben ik na ruim drie jaar gestopt met de psychische hulpverlening. Ik wil nog een keer van me afschrijven erover, hopende dat ik dit ‘traject’ ver achter me kan gaan laten.

Het was al heel vervelend dat de eerste praktijk mij wegens gebrek aan capaciteit en deskundigheid geen hulp kon bieden. Nog vervelender was het dat in de tweede en voorlaatste praktijk de langdurige zorg, dus mijn psycholoog en daarmee ondergetekende na vier maanden in therapie zonder pardon werden wegbezuinigd door de directie. Waardoor ik geen andere keus had over te gaan naar weer een andere praktijk. Het toppunt van vervelend is dat ik bij deze praktijk een psycholoog en tevens hoofdbehandelaar heb getroffen die het besluit nam mijn meest langdurige en intense trauma niet te geloven. Ik gebruik het woord ‘besluit’ bewust. De eerste korte intake vond plaats bij een psycholoog waar het goed mee klikte. De hoofdbehandelaar in kwestie kreeg mijn dossier zo voor het eerst te zien in de teambespreking die op een intake volgt. Gedurende deze bespreking, dus voordat hij mij zelf had gezien of gesproken, legde hij een uitgebreide verwijsbrief van de voorlaatste praktijk, intakegegevens, het oordeel van drie psychologen uit twee praktijken, het verhaal van mijn man en bovenal mijn vertellen terzijde om mijn realiteit te herconstrueren tot iets wat hij zelf fascinerend vond. Oftewel, er zat nogal wat moeite in om mijn verhaal niet te willen geloven. Mijn latere aanbod deze (hoofd)behandelaar in contact te brengen met mijn revalidatiearts en mijn medische gegevens vrij te geven – mijn trauma is ontstaan door toedoen van de zorg, via mijn medisch dossier nogal makkelijk na te gaan en bekend bij elke arts en specialist – sloeg hij af. Hij vond het niet nodig. Tsja, als je graag vast houdt aan je eigen fantasie, zal bewijs dat je verkeerd zit inderdaad niet nodig zijn? En eerlijk gezegd was het natuurlijk al meer dan sneu dat mijn trauma blijkbaar een kwestie van al dan niet geloven was verworden en ik me gedwongen zag te bewijzen dat traumatische gebeurtenissen werkelijk hebben plaats gevonden.

Bovenstaande is een summiere samenvatting van een probleem wat drie jaar lang steeds weer terug kwam om stevig dwars te liggen. Bij aanvang was de hoofdbehandelaar gefascineerd door mijn dossier – of achteraf beter gezegd, zijn eigen verzinsel – en meende bovendien dat hij binnen de praktijk de beste hulpverlener was voor complexe problematiek zoals ook het mijne. Hij haalde mij daarom weg bij de psycholoog waarmee ik de intake had gevolgd om zelf met me aan de slag te gaan. Na enige tijd bleek dat hij iemand is die voortdurend zogenoemd geruststellend ja zegt maar nee doet. Elke confrontatie over het feit dat hij mijn trauma niet serieus nam, volgden zijn excuses en de verzekering dat hij nu echt, heus mijn trauma in zag of in elk geval vanaf nú toch echt, heus mijn trauma in zag. Mijn man die bij de eerste gesprekken met me mee gegaan was, geloofde hem de eerste keer al niet. Ik zat in een cirsis situatie, heb blijkbaar een slechtere mensenkennis dan altijd gedacht in combinatie met een naïef hoopvolle blik. Getuige althans het aantal confrontaties die ik ben aangegaan voor het vertrouwen zo ver weg was, dat ik om een andere psycholoog durfde te verzoeken. We waren op dat moment al een krap jaar verder en ik was eerlijk gezegd behoorlijk gehertraumatiseerd en uitgeput door al die confrontaties.

Enfin, ik kon binnen de praktijk over naar de psycholoog die mij het eerst had gezien en niet overtuigd hoefde te worden van de waarheid van mijn woorden. Zij was getuige geweest in de absurde wending die de hoofdbehandelaar aan mijn verhaal had gegeven en sloeg niet zoveel acht op hem of zijn zogenoemde ‘visie’. Met haar ben ik op enkele vlakken gelukkig wel verder gekomen. Probleem opgelost zou je denken en dat dacht ik ook. Tot een ongelukkige samenloop van omstandigheden er voor zorgde dat op het moment dat we aan mijn trauma in de zorg zouden gaan werken, zij een andere baan bij een andere werkgever vond. En tot mijn schrik en verdriet mededeelde binnen drie weken te vertrekken. Ze adviseerde niet terug te gaan naar de hoofdbehandelaar en heeft geprobeerd me intern zonder al teveel overdracht naar een andere psycholoog bij de praktijk te krijgen.

Dat verliep aanvankelijk zonder moeilijkheden. Het leek wel te klikken met de nieuwe psycholoog en hij nam – heel normaal dus eigenlijk – mijn verhaal voor waar aan. Dat ging echter slechts twee gesprekken goed. Opnieuw werd ik besproken in de teambespreking waarbij de hoofdbehandelaar blijkbaar besloot zich vol terug met mijn behandeling te bemoeien. Voor ik het wist waren de beschrijving van mijn trauma en de diagnoses die ermee te maken hebben, geschrapt uit mijn behandelplan wat verder bol stond van meer onjuistheden en onwaarheden. De gesprekken liepen vanaf dat moment eveneens op niets uit. In plaats van werken aan mezelf, ontstond er enkel nog spraakverwarring en misverstanden over zaken die alleen in het hoofd van de hoofdbehandelaar bestaan. Om uit deze voor mij nogal hopeloze en nare situatie te geraken, heb ik betreffende psycholoog gevraagd of hij – net als zijn voorganger – afstand kon en wilde nemen van de hoofdbehandelaar en zich kon richten op wat ik heb mee gemaakt, mijn problemen en wat ik hem vertelde. Helaas, de hoofdbehandelaar is tevens oprichter van de praktijk en deze psycholoog meende de visie van zijn werkgever niet maar terzijde te kunnen leggen.

Deze keer zag ik wel meteen in dat ik hierdoor hooguit verder de vernieling in geholpen zou worden. Het was tijd dat ik voor mezelf zou kiezen en dus heb ik de behandeling direct gestopt. Vooralsnog heb ik geen alternatief meer over om hulp te vragen. Maar eerlijk gezegd durf en wil ik ook niet meer de hulpverlening in. Onder het mom dat ik vast zou overdrijven, me aan zou stellen, lui zou zijn, mezelf ziek zou denken en zou neigen naar Munchausen (de zelf ziek maken om aandacht te verkrijgen) heeft de huisartsen- en ziekenhuiszorg me van mijn vijfde tot mijn veertigste weggestuurd met wat een progressieve, neurologische spierziekte, forse schade aan mijn zenuwbanen en enkele ernstige aandoeningen meer bleek te zijn. Mijn leven is er bijna elk vlak aangegaan, ik heb er flinke fysieke en emotionele schade aan over gehouden en volgens de zorg mag ik blij zijn dat ik het überhaupt heb overleefd al die jaren. Het is iets wat ik nooit meer mee wil maken. En zeker niet dunnetjes over ga doen in de geestelijke gezondheidszorg vanwege een nitwit die op gebakken lucht besluit dat dit me niet overkomen zou zijn.

Jammer, ik vrees dat dit me nog wel even van de straat zal houden. Hoewel we alweer drie weken verder zijn, houdt het me nog elke dag bezig. Ik ervaar een mengeling van verdriet, verwardheid, spanning en woede omdat ik me opnieuw machteloos gemaakt voel door iemand die geacht wordt hulp en zorg te verlenen. Toch. Ik heb veel erger doorstaan. Het gaat gelukkig over het geheel wel beter met me dan drie jaar geleden. En mijn brein heeft langs de weg geleerd te verwerken, dit zal ik dus ook kunnen verwerken. Daarna zal ik mijn weg wel vinden, ben ik van overtuigd. Laat ik het goede meenemen en de shitzooi van dit traject achter me laten.

Comments (8)



De beperkingen van 113Online

“Kan online lotgenotencontact helpen bij de verwerking van het verlies van een naaste door zelfmoord? Dat is de belangrijkste vraag van het Trimbos-instituut bij het onderzoek naar het 113Online forum voor nabestaanden van zelfmoord.” (bron)

Hoewel mijn antwoord op de vraag ‘ja’ zou zijn, denk ik inmiddels bij het 113Online forum: ‘nee’.

Een van de dingen die ik leerde bij traumaverwerking was het kinderlijk simpele maar toch zo moeilijke: praat! Ondertussen had ik al iets gelezen over 113Online en besloot er een kijkje te nemen. Wat te lezen. Me te registreren. En na enkele weken een topic te openen over het gebrek aan eerste opvang, in de hoop ervaringen van anderen te krijgen en me misschien wat minder eenzaam in mijn woede en verdriet te voelen. Mijn tweede reactie ontving ik meteen een privé bericht van een van de moderators. Niet om me welkom te heten. Ook niet om me sterkte te wensen. Maar omdat men een beetje gestruikeld was over de volgende woorden:

Persoonlijk vond ik het onbegrijpelijk en behoorlijk verwerpelijk dat slachtofferhulp NL niet weggelegd is voor mensen die een suïcide van dichtbij meemaken. Weet nog dat de televisiekijker die had gezien hoe een mijnheer op koninginnendag tegen de Naald reed en van slag was geraakt van de televisiebeelden, opgeroepen werden vooral slachtofferhulp te bellen. Kon de tv wel uit het raam gooien toen ik die mededeling zag. Ook als je fiets voor de deur gejat is, krijg je slachtofferhulp geboden. Maar wij stonden midden in de nacht zonder een greintje informatie op straat en konden de volgende dag vier liter bloed van mijn vader opdweilen, messen weggooien en moesten maar zien hoe we alles gingen regelen.”

Vriendelijk werd me verzocht de laatste zin te verwijderen. De reden: het zou te zwaar zijn voor andere nabestaanden om te lezen ‘in een situatie waar zij er niet met anderen over kunnen praten’. De moderator meende bovendien dat het ook voor mij veel beter zou werken als ik mijn gevoelens zou delen met een hulpverlener, achter gesloten deuren.

Ik moet zeggen dat ik vooral verbijsterd was van dit bericht. Ik zat toch zeker niet op een forum over theekopjes en punniken? En had 113Online zich niet met name tot doel gesteld alles rond zelfdoding bespreekbaar te maken, het taboe te doorbreken? En werkelijk, een forum wat mensen geen mogelijkheid biedt te praten?

Rap heb ik dit – maar dan beleefder – terug gekaatst. Het zou meegenomen worden in de eerst volgende vergadering. En inmiddels is er over vergaderd. De uitkomst: de methode van zelfdoding mag vermeld worden, maar zij willen een grens stellen aan ‘details die door nabestaanden als schokkend kunnen worden ervaren’. Elk geval zal daar individueel op beoordeeld worden, vanzelfsprekend niet door de nabestaanden op het forum maar door de moderators. Verder werd me wollig en vaag duidelijk gemaakt dat opruimen van bloed een schokkend detail is wat niet verteld mag (en uiteraard kon ik wel achter gesloten deuren een hulpverlener raadplegen).

Denk dat niemand in die vergadering zich afgevraagd heeft wat de methode van zelfdoding geweest is, als je daarna veel bloed op hebt moeten ruimen. Ben er van overtuigd dat het absoluut niet gewaardeerd zou worden als ik de gewraakte zin weg zou halen om te vervangen met de methode die mijn vader gebruikt heeft. Het is immers klip en klaar, er mag over zelfdoding gepraat worden als men er maar niet over vertelt. Geheel in lijn met het heersende taboe dat over zelfdoding niet gepraat mag worden. Iets wat 113Online op deze manier nooit zal doorbreken.

Voor nabestaanden van zelfdoding die behoefte hebben aan online lotgenoten contact, is er Werkgroep Verder met onder andere een uitgebreid (en besloten) forum voor nabestaanden. Hoewel het een organisatie in België is, worden Nederlanders er met open armen ontvangen. Daar is het mogelijk om over werkelijk alles te praten in een erg prettige, veilige sfeer.

Comments (5)



Er wordt verder aan gewerkt

Hij heeft zeker geweten dat ik hem niet zou vinden. Hij kon niet weten dat de politie ons zou vergeten. Dat het ziekenhuis niets zou zeggen. Dat de begravenisondernemer maar zou gaan doen. Dat werkelijk niemand ons iets zou vertellen. Dat ik hem daarom in zoveel onwetendheid op zou laten baren. Om afscheid te nemen van een persoon die niet mijn vader was. Met andere gezichtstrekken, omdat leegbloeden dat doet. (Verder …)

Op vier januari 2009 pleegde mijn vader zelfdoding. Zeer onorthodox is hij rustig op de bank gaan zitten en heeft zeer beheerst zijn polsen en zijn keel doorgesneden. Voldoende reden om een trauma op te lopen.

Toch was dit niet de reden dat mijn hersenen het de afgelopen twee jaar niet meer konden bolwerken. Mijn vader stapte niet zonder reden uit het leven. Naast het grote verdriet om mijn moeder die zeven jaar daarvoor overleden was, was hij ernstig ziek en stapelden de complicaties zich op. De prognose was uiterst slecht, hij zou binnen enkele maanden zeer pijnlijk overleden zijn, had hij deze beslissing niet genomen. Hij had me ook voorbereid in de zeven jaren er voor. Ik wist hoe hij over leven en dood dacht, dat hij steeds meer verlangde naar de dood, dat de kans groot was dat hij zou kiezen om zelf uit het leven te stappen. Ik herinnerde me na zijn dood de gesprekken waarin hij indirect had verteld over deze methode. Zijn afscheidsbriefje stond vol verwijzingen naar eerdere gesprekken die alleen ik begreep en voor mij houvast boden. Het was klote, het was verdrietig, het was onrechtvaardig, het was ellendig, het was om kapot van te gaan. Maar het had niet zo’n monsterlijke, overweldigende nachtmerrie moeten zijn waar ik compleet in vast zou draaien.

Dat was het wel. Niet vanwege mijn vader zelf. Wel vanwege de opstelling van elke professional die betrokken is geweest bij mijn vaders dood. De politie die ons letterlijk vergat. Bleef vergeten. Zelfs vier maanden en een klachtenprocedure verder alleen kon melden dat er geen proces-verbaal, rapport, dossier of ook maar een letter op papier is. Alleen foto’s. Die ik wel mag zien, dan worden ze met de postbode in de brievenbus gegooid. ‘Wilt u uw grootste nachtmerrie in een envelop met postzegel bezorgd hebben?’ ‘Nou nee, doet u dat maar niet’. Slachtofferhulp die de eerste uren niet was ingeschakeld en vervolgens hulp weigerde. Zelfdoding is geen misdrijf, wij waren ‘dus’ geen slachtoffer van een misdrijf en hadden ‘dus’ geen recht op hulp. De uitvaartondernemer die voluit adviseerde mijn vaders lichaam op te laten baren om afscheid te kunnen nemen omdat dat volgens hem zo goed en mooi zou kunnen. Achteraf gaf hij toe dat hij helemaal niet had geweten of het mogelijk was. Dat hij toen hij het lichaam zag, wist dat het eigenlijk geen goed idee was. Maar het toch deed. Samen met ontelbare fouten en missers waardoor het ‘afscheid’ gewoonweg afschuwelijk werd. Geen afscheid was. De officier van justitie die na vijf maanden ontzettend lief me vrijwillig, uit persoonlijke overwegingen een gesprek aan boodt om me toch wat beetje informatie te kunnen geven. Waar ik veel aan gehad heb en de man dankbaar voor blijf. Maar waarin hij mijn vader ook een ijskoude klootzak noemde en meer van dat. De notaris die me twee maal bedroog, zijn werk niet deed en er voor zorgde dat het afhandelen van de nalatenschap begon met rechtzetten van misverstanden, klachtenprocedures, conflicten en financiële problemen die niet nodig waren geweest. En maanden later het GGZ. Waar ik heen ging om over mijn vader, mijn ervaringen en mijn verdriet te praten maar waar duidelijk werd gemaakt dat dat niet tot de mogelijkheden behoorde en ik zelfs na twee gesprekken buiten werd gezet met het verzoek nooit meer terug te komen.

Op zijn zachtst gezegd ontvingen wij dus geen enkel begrip. Maar zij eisten dit begrip wel van ons. Ontelbare keren werd mij verzocht begrip te hebben hoe de manier waarop mijn vader uit het leven was gestapt, hen had geraakt. Hoe van slag zij waren geweest. Hoeveel geestelijke bijstand zij hadden gekregen om hiermee verder te kunnen. Vertelden ze hoe egocentrisch ik in hun ogen was, dat ik dat begrip niet meer kon opbrengen omdat ik godverdomme dat begrip ook niet kreeg. Bovendien werd ik beschouwd als praatpaal. Degene waar ze de gruwelijke details waar zij moeite mee hadden, tegen konden ventileren. Snoeihard. Wist ik maanden lang niet wat zich in mijn vaders huis had afgespeeld, kreeg ik wel afschuwelijke details over zijn lichaam en horror lijkende gissingen te horen.

En dat heeft me kapot gemaakt. Emotioneel volkomen gesloopt. Het bezorgde me beelden die ik zelf niet gezien had maar waar mijn hersenen volkomen mee op de loop gingen. Het zorgde er voor dat de beelden die ik wel gezien had, werden geïntensiveerd, vertekend en vergroot tot monsterlijker dan ze in werkelijkheid waren geweest. Ze kwamen terug in mijn nachtmerries en overdag plaagden ze me in flashbacks. Groeiend tot alles wat met mijn vader te maken had, van foto’s tot herinneringen, me alleen nog naar die nacht brachten waar ik ik doods- en doodsbang voor was geworden. Tot ik alleen nog maar bezig was nergens meer aan te denken, om maar niet te hoeven voelen.

Toen ik dus enkele maanden terug schreef dat ik ‘wat gelukkig wilde worden‘, was dat een behoorlijke understatement. Ik bestond uit angst, wantrouwen, machteloosheid, frustratie, woede en verdriet. Werd tientallen keren per nacht badend van het zweet wakker uit verschrikkelijke nachtmerries. Werd overdag nog vaker opgeschrikt door flashbacks en griezelige gedachten. En het laagje ‘ik ben vrolijk en doe mijn ding’ brokkelde in snel tempo af. Er werd ernstig Post Traumatisch Stress Syndroom met vermoeden van depressie vast gesteld en ik ben in een korte, zeer heftige traumaverwerking gestapt.

Dat heeft ontzettend veel goeds gebracht. En het allerbelangrijkste, het heeft het trauma weggehaald. Het trauma wat in mijn leven alles blokkeerde, inclusief rouwen om mijn vader en verwerken wat er die nacht is gebeurd. En waar ik nu mee bezig moet maar ook kan zijn. En voor de lezer, mee bezig zal zijn voorlopig.

Met slachtofferhulp heb ik destijds gesprekken gehad over het feit dat in Nederland een totaal gebrek is aan hulp voor nabestaanden van zelfdoding, terwijl die zo ontzettend noodzakelijk en belangrijk is. Samen met politie zou er naar gekeken worden, ik heb er echter nooit meer van terug gehoord. Vanmiddag kreeg ik via via nieuws dat slachtofferhulp inmiddels bezig zou zijn een vorm van hulp op te zetten voor deze groep nabestaanden. Ik hoop dat dat werkelijk gaat gebeuren. In een land waar slachtofferhulp al geboden wordt als je fiets wordt gejat, kan het toch niet bestaan dat nabestaanden aan hun lot worden over gelaten omdat het zelfdoding betreft.

 

Comments (19)



Powered by WordPress & theme based on Lovecraft