Omdat van me af schrijven voor mij de beste manier is om verleden te plaatsen en los te kunnen laten, ga ik u de komende periode even lastig vallen over verschillende dingen die mij dwars zitten aan mijn medische verleden en meer oud zeer.
Toen de neuroloog mij eind vorig jaar vertelde dat hij met terugwerkende kracht kon vaststellen dat ik op mijn zesde levensjaar al de eerste kenmerken van een neurologische spierziekte had gehad, geloofde ik hem absoluut niet. Met een schamper lachje legde ik hem uit wat mij mijn hele leven was verteld, namelijk dat ik en alleen ik schuld had gehad aan allerlei problemen, beperkingen en ziekteverschijnselen tot vergroeiingen aan toe. Dat hij de uitleg nog iets uitgebreider herhaalde, maakte het er niet beter op. Ik raakte behoorlijk geërgerd zelfs dat hij mij niet geloofde en in mijn ogen een raar verhaal ophing. Pas bij de derde poging met zeer gedetailleerde uitleg van zijn kant en misschien nog meer de blik die mijn man me toewierp, bedacht ik me dat deze neuroloog de beste is in zijn vakgebied. En het misschien wel eens bij het juiste eind zou kunnen hebben.
Drie maanden later toen de diagnose werd bevestigd, drong het nog niet helemaal tot me door wat het inhield. Rationeel begreep ik prima wat me was uitgelegd, emotioneel kon ik er met mijn hoofd gewoon niet bij. De neuroloog voelde mijn ongeloof wel aan en adviseerde enkele sites om te lezen. Hij verwees me verder door naar revalidatie omdat wel duidelijk was dat ik absoluut geen idee meer had hoe ik met mijn lichaam om moest gaan. Bevestigingen dat dit verhaal waarheid moest zijn, stapelden zich op en nog wat maanden later begon pas goed in te zinken wat er eigenlijk gebeurd is.
Wat volgde, waren bakken vol herinneringen. Oud zeer waar ik ooit mee geworsteld had om uiteindelijk achter te laten, klopte in rijen van vijftien nogmaals aan. Nu niet verspreid over vierendertig jaar met een horde tegelijk, maar alles in sneltreinvaart langs flitsend om in nog geen vierendertig weken dunnetjes over te doen, al speelde het zich nu af in mijn hoofd.
Het behelst meer dan ik hier heb kunnen beschrijven aan ervaringen met artsen, situaties, instanties en omgeving. Het behelst meer dan alleen herinneringen die al donker gekleurd opgeslagen lagen. Er zijn zoveel gebeurtenissen, situaties en omstandigheden die nu met een nieuwe bril op in geheel ander licht zijn komen te staan.
Bijvoorbeeld de periode dat ik voor de zoveelste keer had besloten om koste wat het kost iets aan kracht en conditie op te doen, deze keer zodat ik lopend naar de stad zou kunnen. Zoveel keren heb ik me met letterlijk pijn en moeite ergens heen gesleept om daar niets meer mee te krijgen van gesprekken of gezelligheid om even zo vaak struikelend, vallend en soms huilend of zelfs tot kotsen aan toe weer thuis te zien komen waar ik niets anders meer kon dan compleet beroerd gaan liggen of uren aan een stuk te slapen. Ik was zo ontzettend trots op mijzelf toen het na anderhalf jaar vruchten af begon te werpen en het me allemaal enigszins lukte. Ik er zelfs een beetje van kon genieten. Nu moest ik ineens onder ogen zien dat het feitelijk een hele domme, destructieve prestatie was geweest. Een achterlijke poging om mijn lichaam nog meer structureel over te belasten. Ik daarmee heel veel tijd heb verspilt, tijd waarin ik zoveel leukere dingen had kunnen doen. En dit is maar één voorbeeldje, er zijn er ontelbaar veel door mijn gedachten gegaan het afgelopen jaar.
Het is een donkere nostalgie die niets helpt – eerder in tegendeel – maar onvermijdelijk bleek. Oud zeer werd nieuw zeer en nieuw zeer kan je niet maar laten liggen. Dat eist aandacht, wil overdacht worden en heeft verwerking nodig. En eigenlijk helpt het ook weer wel. Het geeft me aan wat ik ooit verkeerd heb gedacht en gedaan, nodig om het ten goede te veranderen.
Ik ben al een flink eind op weg …