Tag: Slapen

CiNNeR en Delayed Sleep Phase Syndrom

Het begon op mijn negentiende. De laatste week van september 1991 om precies te zijn. Van de een op de andere dag lag ik ’s nachts uren wakker en viel ik ’s ochtends overal en nergens in slaap. Als ik al wakker was geworden van drie verschillende wekkers en een schreeuwende kat, dat is. Na enkele maanden kwam ik erachter dat er een vast ritme in zat. Ongeacht hoe laat ik naar bed ging, viel ik rond drie uur in de nacht in slaap. En hoeveel of weinig ik ook geslapen had, na een uur of tien ’s ochtends werd ik normaal wakker. Het jaar erna raakte een arts geïnteresseerd die me een hoop apparatuur om sjorde om een dag en een nacht mee te slapen. Hij vertelde me dat ik delayed sleep phase syndrom (dsps) had, mijn bioritme lag verder de nacht in dan de maatschappij prettig vindt. Een dingetje in de hersenen en na wat wanhoopspogingen er wat aan te veranderen was de conclusie: niets aan te doen.

Nu was dsps een weinig bekende term, niemand nam het erg serieus en ik had ook niet het gevoel dat ik er iets aan had. Ik moest immers naar college, naar mijn werk en andere dingen doen die mensen ’s ochtends doen dus bleef ik in de avond en nacht uren wakker liggen, viel ’s ochtends nog steeds overal en nergens in slaap en wandelde de rest van de dag door slaapgebrek als een zombie rond.

In 1999 belande ik bij een internist. Daar kwam ik niet voor slaap problemen maar nadat hij me enkele keren met veel kabaal, geduw en getrek wakker had moeten zien te krijgen in de wachtkamer, raakte hij er in wel in geïnteresseerd. Hij vroeg me waarom ik in hemelsnaam stug bleef proberen een maatschappelijk aanvaardbaar ritme te verkrijgen. Eerlijk gezegd zat ik met mijn bek vol tanden. Ik had eigenlijk geen idee waarom ik dat deed, behalve dat anderen nu eenmaal vinden dat je vroeg op moet staan. De internist vond het een belabberde reden. Bovendien waarschuwde hij me dat ik met chronisch slaapgebrek alleen maar zieker zou worden en de kans op ongelukken door slaapgebrek aan het vergroten was. Dat klonk me zinnig in de oren. Na nog een maandje worstelen besloot ik zijn advies te harte te nemen.

Ergens in 2002 – achteraf gezien een periode met alleen nog stress en overbelasting – verschoof mijn ritme nog wat verder. Drie uur ‘s nachts in slaap vallen werd vijf uur ’s nachts, voor twaalf uur in de ochtend was ik niet wakker te krijgen. Daarna wel, mits ik wel een goede wekker had staan. Zonder lawaai sliep ik rustig tot zes uur ’s middags en ik vond het wel erg genoeg om mijn ochtenden kwijt te zijn. De verschuiving was wel wat vervelend, uitslapen hoorde niet meer tot de mogelijkheden maar alles went en dit wende dus ook vrij snel. Ik stevende bovendien af op volledige arbeidsongeschiktheid. Dat vond ik afschuwelijk maar het had een klein voordeel, het maakt wat makkelijker een afwijkend ritme aan te houden.

Uiteindelijk heeft een post traumatische stress stoornis mijn ritme verder verknalt, althans ik vermoed dat mijn psychische toestand een grote rol heeft gespeeld. Met horten en stoten is mijn ritme verschoven naar zeven uur ’s ochtends met regelmatig uitschieters dat ik pas ergens rond tien of elf uur in de ochtend eens in slaap val. Ik probeer al enkele jaren om voor een uur in de middag wakker te worden zodat niet de hele middag vergaat maar in periodes heb ik zo weinig slaap dat ik geen wekker meer hoor en blij mag zijn als ik om half drie uit bed strompel. Dat is kut. Ineens heb ik stress over afspraken, ik kan toch niet met goed fatsoen aan het ziekenhuis melden dat ik me verslapen heb voor een afspraak om drie uur ’s middags? Met vrienden afspreken komt al helemaal niets van terecht. Na opstaan, douchen, aankleden, de hond uitlaten en dan misschien nog een boodschapje doen, zit Nederland al aan het avondeten.

Om de zoveel tijd ben ik bovendien zo uitgeput, dat ik een korte periode in de nacht kan slapen. Dan blijf ik de ochtend brak en vermoeid maar altijd probeer ik het vast te houden. Je weet nooit, misschien is dit de keer dat ik ‘normaal’ word. En eigenlijk vind ik het heerlijk om de hele dag zonlicht te kunnen ervaren. Tot nog toe is het alleen nooit gelukt. Het lijkt alsof ik binnen een week genoeg slaap heb ingehaald waarna mijn hersenen terug keren naar het oude vertrouwde en compleet waardeloze ritme van nachtmens zijn.

Maar goed, ik ben nu eenmaal erg eigenwijs. Dit is de tweede dag dat ik ’s nachts heb geslapen en op tijd wakker was om mijn man naar zijn werk te zien gaan. Ik heb de hond al een keer uitgelaten, wat onkruid staan trekken tot het nest hommels bij de schuur wakker werd, heb afgewassen en dit stuk getikt. Ik voel me bepaald niet geweldig en zit me rot te gapen maar hee, misschien gaat dit hem worden …

Comments (11)



Slaapritueel

Iedereen kent zo zijn of haar slaaprituelen. Iets wat je dagelijks doet voor het slapen gaan, van het kijken naar de televisie tot het krijgen van een orgasme. De bedoeling van zo’n slaapritueel is duidelijk, tot rust komen voor het slapen gaan. En daar doe ik ergens iets grondig verkeerd geloof ik.

Als ik de hond welterusten knuffel en richting de trap loop, sprint hij me voorbij en vliegt naar boven. Daar wacht hij tot ik in bed stap en springt tussen mijn man en mij in. Niet om lekker rustig te gaan liggen soezen maar om alert en lichtelijk overspannen naar de deuropening te staren. Teken voor de poes om met één wenkbrauw opgetrokken – ik zweer het – maar toch nonchalant binnen te wandelen en eens te bekijken waar zij op bed kan springen zonder dat de hond er snel bij kan. Omdat ze de neiging ontwikkelde via het hoofd van mijn reeds slapende man op bed te springen – die dat gek genoeg niet kon waarderen – zorg ik er tegenwoordig voor dat ik klaarwakker en voorbereid ben om haar aan mijn kant op het bed te lokken.  Zodra ze op bed springt,  dendert ze steevast over me heen om vlakbij de hond uit te komen. Probeert de hond kwispelend bovenop haar te springen, wat weer een hoop gegrom, geblaas en gehengst van haar oplevert. Dan is het tijd voor een soort stoelendans, de poes rent enkele keren over me heen en de hond probeert onder luid gepiep en zenuwachtig gapen een plek zo dicht mogelijk in de buurt te vinden, waarbij mijn knieën, maag en als ik niet uitkijk hoofd niet ontzien worden. Ik roep ‘hee’, ‘niet doen’ en &*(*)$#$@!!!, wat zelden echt helpt natuurlijk. Dus meestal loopt het er op uit dat ik de hond maar in zijn nekvel grijp om hem terug tussen mijn man en mij in te gooien en geef de kat een lel naar mijn andere kant. Dat helpt redelijk, de hond vleit zich lekker tussen mijn en mij, de poes zoekt een plek aan de andere kant op mijn kussen, liefst boven op mijn haar. En ik, ik lig klaarwakker ende vol stress tussen de huisdieren geperst te wachten tot de hartkloppingen minder worden ..

Tja, het is een slaapritueel van drie keer niks. Maar moet bekennen, als mijn man zich naar me omdraait en iets liefs mompelt, de hond genoeglijk ende genietend aan de ene kant in mijn armen ligt en de poes luid spinnend aan de andere kant nog wat dichter tegen me aan kruipt, voel ik me altijd weer even de gelukkigste mens op aarde.

Zou het bijna vergeten, fijne kerstdagen nog iedereen!!!

Comments (11)



Foto’s

Gewoon, omdat ik ze zelf zo leuk vind …

Niet zo flitsen!

Hmpff
De allereerste keer in de sneeuw. Hij moest even wennen …

Love

Spring

Euh?

Comments (11)



Powered by WordPress & theme based on Lovecraft