Goed, ik ben overgelukkig dat ik de dag overleefd heb. Letterlijk dus.
Ik steek over bij een groen stoplicht, de buschauffeur vergeet dat hij zich ook aan verkeersregels moet houden. Ineens komt hij de hoek om scheuren, ik rem, realiseer me dat dat niet slim is midden op de weg en geef daarna een dot gas terwijl ik uit probeer te wijken naar rechts. Hij toetert maar hengst gelukkig ook de rem in en de bus komt tegen me aan aaiend tot stilstand. Hij kaffert me uit, een hysterische vrouw gilt iets over groen licht, een jongen staat kwaad naar de bus te gebaren, automobilisten zien groen en ik .. ik check heel dom of mijn licht wel echt op groen stond. (Typisch vrouwelijk, eerst aan jezelf twijfelen!). Dat stond op groen, ik gebaar dat – geheel tegen mijn agressieve aard absurd vriendelijk – richting buschauffeur die me nog maar eens uitkaffert. De derde keer kijkt hij eindelijk eens op naar een van de vijf (!) stoplichten (drie voor voetgangers, twee voor fietsers) die allemaal toch echt op groen staan. Waarna hij glimlacht dat hij het gezien heeft en stikrelaxed me wegbonjoured met een ‘we staan allemaal in de weg, zo op de weg’. Ik ben duidelijk geschrokken al is mijn bewustzijn nog niet op de hoogte gebracht. Dus in plaats van het nummer van de bus op te nemen of zelfs maar de pest in te hebben dat er geen ‘sorry, rij ik je toch maar bijna kapot’ vanaf kan, rij ik inderdaad maar gewoon door alsof er niets gebeurd is. Het enige wat ik me bedenk is dat iedereen om me heen wel erg van de geschrokken en de geschokte is.
Een kwartiertje later loop ik dan weer trillend met een onnoemelijke zin om een potje te janken door de supermarkt. Een beetje eenzaam onder de indruk te wezen. Gek, dat lijkt mijn ding. Of ik nu geopereerd ben, griep heb of bijna half dood ben gereden, ik ga op een of andere manier altijd gewoon boodschappen doen. Om dan ergens tussen de melk en de lang houdbare vleeswaren een helder inzicht te krijgen.
Enfin, ik had toch al mijn dag niet geloof ik. Voor de knuffel met de stadbus stond ik met een lege achterband omdat het ventiel de luchtpomp niet accepteerde (de vierde keer deze maand dat ik met een mankement ergens strand). Na het boodschappen doen deed een jolige mevrouw een prima poging me alsnog dood te rijden omdat ze blijkbaar dacht in Engeland rond te karren. En toen ik om mezelf te verwennen mijn haar ging ontkleuren, bleek dat het rood met geen tien paarden uit mijn haar wil.
Maar toch. Er weer eens met mijn neus op gedrukt hoe makkelijk het leven ineens de vernieling in kan, mag ik gelukkig zijn dat ik geen schrammetje aan vandaag heb overgehouden. Dus voel ik me gek genoeg best even gelukkig ..