Hij heeft zeker geweten dat ik hem niet zou vinden. Hij kon niet weten dat de politie ons zou vergeten. Dat het ziekenhuis niets zou zeggen. Dat de begravenisondernemer maar zou gaan doen. Dat werkelijk niemand ons iets zou vertellen. Dat ik hem daarom in zoveel onwetendheid op zou laten baren. Om afscheid te nemen van een persoon die niet mijn vader was. Met andere gezichtstrekken, omdat leegbloeden dat doet. (Verder …)
Op vier januari 2009 pleegde mijn vader zelfdoding. Zeer onorthodox is hij rustig op de bank gaan zitten en heeft zeer beheerst zijn polsen en zijn keel doorgesneden. Voldoende reden om een trauma op te lopen.
Toch was dit niet de reden dat mijn hersenen het de afgelopen twee jaar niet meer konden bolwerken. Mijn vader stapte niet zonder reden uit het leven. Naast het grote verdriet om mijn moeder die zeven jaar daarvoor overleden was, was hij ernstig ziek en stapelden de complicaties zich op. De prognose was uiterst slecht, hij zou binnen enkele maanden zeer pijnlijk overleden zijn, had hij deze beslissing niet genomen. Hij had me ook voorbereid in de zeven jaren er voor. Ik wist hoe hij over leven en dood dacht, dat hij steeds meer verlangde naar de dood, dat de kans groot was dat hij zou kiezen om zelf uit het leven te stappen. Ik herinnerde me na zijn dood de gesprekken waarin hij indirect had verteld over deze methode. Zijn afscheidsbriefje stond vol verwijzingen naar eerdere gesprekken die alleen ik begreep en voor mij houvast boden. Het was klote, het was verdrietig, het was onrechtvaardig, het was ellendig, het was om kapot van te gaan. Maar het had niet zo’n monsterlijke, overweldigende nachtmerrie moeten zijn waar ik compleet in vast zou draaien.
Dat was het wel. Niet vanwege mijn vader zelf. Wel vanwege de opstelling van elke professional die betrokken is geweest bij mijn vaders dood. De politie die ons letterlijk vergat. Bleef vergeten. Zelfs vier maanden en een klachtenprocedure verder alleen kon melden dat er geen proces-verbaal, rapport, dossier of ook maar een letter op papier is. Alleen foto’s. Die ik wel mag zien, dan worden ze met de postbode in de brievenbus gegooid. ‘Wilt u uw grootste nachtmerrie in een envelop met postzegel bezorgd hebben?’ ‘Nou nee, doet u dat maar niet’. Slachtofferhulp die de eerste uren niet was ingeschakeld en vervolgens hulp weigerde. Zelfdoding is geen misdrijf, wij waren ‘dus’ geen slachtoffer van een misdrijf en hadden ‘dus’ geen recht op hulp. De uitvaartondernemer die voluit adviseerde mijn vaders lichaam op te laten baren om afscheid te kunnen nemen omdat dat volgens hem zo goed en mooi zou kunnen. Achteraf gaf hij toe dat hij helemaal niet had geweten of het mogelijk was. Dat hij toen hij het lichaam zag, wist dat het eigenlijk geen goed idee was. Maar het toch deed. Samen met ontelbare fouten en missers waardoor het ‘afscheid’ gewoonweg afschuwelijk werd. Geen afscheid was. De officier van justitie die na vijf maanden ontzettend lief me vrijwillig, uit persoonlijke overwegingen een gesprek aan boodt om me toch wat beetje informatie te kunnen geven. Waar ik veel aan gehad heb en de man dankbaar voor blijf. Maar waarin hij mijn vader ook een ijskoude klootzak noemde en meer van dat. De notaris die me twee maal bedroog, zijn werk niet deed en er voor zorgde dat het afhandelen van de nalatenschap begon met rechtzetten van misverstanden, klachtenprocedures, conflicten en financiële problemen die niet nodig waren geweest. En maanden later het GGZ. Waar ik heen ging om over mijn vader, mijn ervaringen en mijn verdriet te praten maar waar duidelijk werd gemaakt dat dat niet tot de mogelijkheden behoorde en ik zelfs na twee gesprekken buiten werd gezet met het verzoek nooit meer terug te komen.
Op zijn zachtst gezegd ontvingen wij dus geen enkel begrip. Maar zij eisten dit begrip wel van ons. Ontelbare keren werd mij verzocht begrip te hebben hoe de manier waarop mijn vader uit het leven was gestapt, hen had geraakt. Hoe van slag zij waren geweest. Hoeveel geestelijke bijstand zij hadden gekregen om hiermee verder te kunnen. Vertelden ze hoe egocentrisch ik in hun ogen was, dat ik dat begrip niet meer kon opbrengen omdat ik godverdomme dat begrip ook niet kreeg. Bovendien werd ik beschouwd als praatpaal. Degene waar ze de gruwelijke details waar zij moeite mee hadden, tegen konden ventileren. Snoeihard. Wist ik maanden lang niet wat zich in mijn vaders huis had afgespeeld, kreeg ik wel afschuwelijke details over zijn lichaam en horror lijkende gissingen te horen.
En dat heeft me kapot gemaakt. Emotioneel volkomen gesloopt. Het bezorgde me beelden die ik zelf niet gezien had maar waar mijn hersenen volkomen mee op de loop gingen. Het zorgde er voor dat de beelden die ik wel gezien had, werden geïntensiveerd, vertekend en vergroot tot monsterlijker dan ze in werkelijkheid waren geweest. Ze kwamen terug in mijn nachtmerries en overdag plaagden ze me in flashbacks. Groeiend tot alles wat met mijn vader te maken had, van foto’s tot herinneringen, me alleen nog naar die nacht brachten waar ik ik doods- en doodsbang voor was geworden. Tot ik alleen nog maar bezig was nergens meer aan te denken, om maar niet te hoeven voelen.
Toen ik dus enkele maanden terug schreef dat ik ‘wat gelukkig wilde worden‘, was dat een behoorlijke understatement. Ik bestond uit angst, wantrouwen, machteloosheid, frustratie, woede en verdriet. Werd tientallen keren per nacht badend van het zweet wakker uit verschrikkelijke nachtmerries. Werd overdag nog vaker opgeschrikt door flashbacks en griezelige gedachten. En het laagje ‘ik ben vrolijk en doe mijn ding’ brokkelde in snel tempo af. Er werd ernstig Post Traumatisch Stress Syndroom met vermoeden van depressie vast gesteld en ik ben in een korte, zeer heftige traumaverwerking gestapt.
Dat heeft ontzettend veel goeds gebracht. En het allerbelangrijkste, het heeft het trauma weggehaald. Het trauma wat in mijn leven alles blokkeerde, inclusief rouwen om mijn vader en verwerken wat er die nacht is gebeurd. En waar ik nu mee bezig moet maar ook kan zijn. En voor de lezer, mee bezig zal zijn voorlopig.
Met slachtofferhulp heb ik destijds gesprekken gehad over het feit dat in Nederland een totaal gebrek is aan hulp voor nabestaanden van zelfdoding, terwijl die zo ontzettend noodzakelijk en belangrijk is. Samen met politie zou er naar gekeken worden, ik heb er echter nooit meer van terug gehoord. Vanmiddag kreeg ik via via nieuws dat slachtofferhulp inmiddels bezig zou zijn een vorm van hulp op te zetten voor deze groep nabestaanden. Ik hoop dat dat werkelijk gaat gebeuren. In een land waar slachtofferhulp al geboden wordt als je fiets wordt gejat, kan het toch niet bestaan dat nabestaanden aan hun lot worden over gelaten omdat het zelfdoding betreft.